Column Luuk Stam, verschenen in alle edities van weekblad Contact (week 34, 2017)
Bij ons in de straat hebben we sinds vorige week nieuwe buren. Ze hebben hun plekje gevonden aan de overkant van de weg. Dat is best bijzonder, want we hebben aan dit deel van De Heurne nog nooit overburen gehad. We woonden hier aan de rand van Hengelo namelijk jarenlang tegenover een kwekerij. De bomen die in die kwekerij groeiden, zijn echter grotendeels verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor nieuwe ontwikkelingen.
Vroeger was die kwekerij één groot feest. Omdat de eigenaar ervan op meerdere plekken actief was, lag dit terrein er het grootste gedeelte van de tijd verlaten bij. Wij als buurtkinderen grepen dat feit geregeld aan om hier te spelen. We maakten een crossbaantje dat zich tussen de bomen doorslingerde. Als het geregend had, gingen onze crossfietsjes diep door de modder. Dat leverde aan het eind van de dag niet zelden moedeloze moeders en overwerkte wasmachines op.
De eigenaar van de kwekerij was vanzelfsprekend ook niet blij met een crossbaan op zijn terrein. Hoe onschuldig ook, heel goed voor de bomen was het ongetwijfeld niet. En daarbij; zijn terrein was zijn terrein. Daar hadden wij niks te zoeken. Dat liet hij ons als hij in zijn auto langs kwam rijden dan ook geregeld in niet mis te verstane bewoordingen blijken. Als de boze ogen de hoek om waren, ging de crossbaan al snel weer open.
Die crossbaan is anno 2017 niet meer dan een mooie jeugdherinnering. De kwekerij is verdwenen en er is lang nagedacht over een nieuwe invulling van het terrein. De buurt stemde in met de uiteindelijke plannen. Toen duidelijk werd dat we overburen kregen, ging er een lichte golf van opwinding rond. Het groen van de bomen was mooi, maar nooit heel spannend. Het enige teken van leven vormden de werknemers van de kwekerij die af en toe langskwamen, de mensen die hier hun hond uitlieten en een verdwaald konijn of een eekhoorntje.
Dat zou nu gaan veranderen. De nieuwe buren zouden aan de overkant definitief leven in de brouwerij gaan brengen. Daar keken we hier allemaal best een beetje naar uit. De laatste weken kwam dan ook steeds vaker de vraag of ze er al waren. Had iemand de overburen al gezien? Dat bleek niet het geval. In augustus zouden ze komen, maar niemand had ook nog maar een glimp van ze opgevangen. Waren ze niet benieuwd naar hun nieuwe stekje? Kwamen ze überhaupt nog wel?
Ja, want inmiddels zijn de nieuwe buren er dan toch. Ondanks de hoge verwachtingen hebben we nog niet heel veel van ze gezien. Ze lijken wat mensenschuw en houden zich het liefst de hele dag schuil. Vanmiddag zag ik een paar gezinsleden voorzichtig de neus aan het venster steken, maar echt buurt maken is er nog niet bij. Toch doen ze precies waar ze voor gekomen zijn. Ze lopen rond aan de rand van het nieuw aangelegde solarpark en staan in alle rust te grazen. Heel veel meer kun je ook niet verwachten van een stel schapen.